Als juf haar leeuwenpak aan heeft

Het begon met korte momenten uit de klas. Even plassen, iets uit haar jas pakken.. Maar op een dag zet ze het op een rennen en klopt ze thuis hijgend op de tuindeur ….. De ouders, juf en het meisje kun­nen niet goed begrijpen of verwoorden wat er nu eigenlijk gebeurd is.

Met behulp van de wereldkaart van Mijn Wereld leg ik uit dat ons lichaam soms eerder laat merken dat er iets aan de hand is dan ons hoofd. We gebruiken vaak een verhaal over een hertje dat met anderen in het ‘groene gebied van kalm en samen’ (ventraal vagaal) graast als het zich veilig voelt. Mensen kunnen in dat gebied met anderen verbinden, basisvertrouwen ontwikkelen, eten, leren, groeien en veilige signalen oppikken van anderen.

Stel je voor dat het hertje dan plots een leeuw opmerkt. Elk hertje zal zichzelf dan gaan beschermen. Het krijgt heel veel energie in zijn lijf om te vluchten voor de leeuw. Vluchten voor een leeuw is immers veiliger dan vechten. Bij mensen werkt het ook zo. Het ‘oranje gebied van energie en beweging’ (sympathisch, vechten en vluchten) hebben we niet voor niets. Het is bedoeld om onszelf te kunnen beschermen voor onveiligheid.

Als we eenmaal in het oranje gebied zijn, verandert onze (onbewuste) waarneming (Stephen Porges noemt dat neuroceptie). We letten vooral op signalen van onveiligheid waardoor bijvoorbeeld een peinzende blik misschien boos toont. De staat in het oranje gebied verandert tevens onze gedachtes (bijvoorbeeld ‘ik ben in gevaar’, ‘ze moeten me niet’), onze lichaamssensaties (zweten, hoge hart­slag, behoefte te bewegen) en onze gevoelens (bijvoorbeeld angst, boosheid).

Toen de juf zei dat ze even moest wachten met plassen, met de onuitgesproken bedoe­ling eerst de instructie af te maken, voelde het in ene of de juf haar leeuwenpak aantrok. Op de wereldkaart schoof ze op naar het oranje gebied en de energie en beweging die vrij kwam gebruikte ze om te vluchten naar huis.

Deze lieve juf is gelukkig geen leeuw die achter je aan zit en beschikt over een groot ‘groen gebied van kalm en samen’. Vanuit hier kan ze nadenken over de binnenwereld van het meisje en reflecteren op zichzelf. Ze is bereid bij de voor het meisje moeilijke instructie meer veilige signalen uit te zenden. Dat doet ze door nabijheid te zoeken en een vriendelijke stem en gezichtsuitdrukking te gebruiken. Voor de instructie maakt ze even expliciet contact en noemt ze dat ze naderhand samen gaan oefenen. Op deze manier kan het meisje vaker leren in het ‘groene gebied van kalm en samen’.

Een compliment aan deze lieve juf!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Translate »