Een heel slim lichaam

Alles lijkt te bewegen aan zijn lichaam. Op elk geluid binnen of buiten mijn kamer wordt gereageerd en als we praten gaat het van de hak op de tak. Dit lichaam levert hem veel energie op, waardoor hij een goede voetballer is. Maar dit lichaam belemmert ook op school met leren, reageert met onnodig veel energie op een opdracht van zijn ouders en is van tijd tot tijd uitgeschakeld vanwege longontsteking, hoge koorts en infecties.

Dit lichaam groeide in een buik die verborgen moest blijven en werd de eerste twee jaar van zijn leven verzorgd op straat of opvangplaatsen waar het elke dag anders was. Het was niet duidelijk of het die dag gevoed werd en of het zich veilig over kon geven aan de slaap in een fijn bed. En als het teveel werd voor dit lichaam, verbleef het vaak een periode alleen in het ziekenhuis met een infectie.

Met behulp van de wereldkaart en het verhaal dat we er bij vertellen over hoe dieren reageren op onveiligheid en veiligheid, concluderen we dat dit lichaam de energie van het ‘oranje gebied van energie en beweging’ (vechten en vluchten) vaak nodig heeft gehad om zich te beschermen. Er zijn veel wegen aangelegd in het oranje gebied. Het maakt misschien wel dat hij deze tijd heeft overleefd. Wat een slim lichaam!
Het maakt dat hij anders kijkt naar zijn energie en de reacties van zijn lichaam. Ze hebben hem een grote dienst bewezen.

Wegen die vaak zijn bewandeld, worden gemakkelijk weer gevonden. Deze energie helpt hem nu heel goed tijdens het voetballen. Daar voelt hij zich sterk. Op het veld is hij ook een echte teamspeler. Ondanks zijn energie komt hij tijdens het voetballen nooit op de vulkaan. En dat maakt hem nog trotser, want we weten allebei nog hoe de kwartfinale WK van Nederland-Argentinië is verlopen en hoe de mannen de vulkaan op schoten.

Dit lichaam kan vanuit de regulatie die beweging hem biedt en de regulerende aanwezigheid van vader (zijn pleegvader coacht het team) zich veilig genoeg voelen om te spelen met energie en aan de (vagale) rem te trekken wanneer dat nodig is. Het geeft hem moed en trots om te zoeken naar hoe regulatie middels beweging en de steun van een belangrijke ander hem ook zou kunnen helpen op school en bij zijn uitbarstingen thuis, want ‘Eigenlijk heb ik een heel slim lichaam!’