
Werken aan een diep gevoeld gevoel van veiligheid
Met behulp van Mijn Wereld werken we met de polyvagaal theorie als basis aan veiligheid, regulatie en veerkracht. Op basis van signalen van veiligheid of onveiligheid brengt ons zenuwstelsel ons in een staat waarin we ons kunnen verbinden en ons kalm voelen (bij voldoende signalen van veiligheid) of bescherming (bij signalen van onveiligheid, stress of levensbedreiging).
Als we ons veilig genoeg voelen, biedt ons dat vele kansen. We kunnen ons sociaal gedragen en ons openstellen voor de steun die een ander kan bieden. We voelen ons veilig genoeg om te openen voor hetgeen een ander ons kan leren en nieuwsgierig te zijn om onze omgeving, maar ook onze binnenwereld te ontdekken. En als we veilig genoeg zijn om ons te richten op onze binnenwereld, zijn we misschien ook veilig genoeg om contact te maken met fijne en minder fijne gevoelens. Die hoeven dan geen signaal van onveiligheid te zijn, waardoor we ze kunnen verdragen, kunnen vertrouwen op onze innerlijke krachten om deze te reguleren en de steun die een ander ons kan bieden.
Veiligheid bieden en ervaren kan op verschillende niveaus. Het organiseren van veiligheid is gelukkig een belangrijk punt in de hulpverlening. Het is vaak gevangen in protocollen, voorwaarden en processen. Als het niet veilig is, moeten we het veilig maken door hier doelgericht en planmatig aan te werken. Belangrijk werk dat continu aandacht verdient, want als de veiligheid op orde is, heb je minder reden om je onveilig te voelen.
Organiseren van veiligheid en het veilig maken richt zich vooral op het niveau van het weten dat het veilig is, maar dat is nog wat anders dan voelen dat het veilig is. Voelen vindt vaak op een onbewust niveau plaats. Ons zenuwstelsel zoekt continu naar signalen van veiligheid of onveiligheid in ons lichaam, in de relatie met anderen en in de omgeving. Het reageert niet op cognitief niveau en zo kan een detectiepoortje, een piepje van een alarm, het invullen van een protocol waarmee we veiligheid organiseren, juist gevoelsmatig een signaal van onveiligheid opleveren.
Hoe het zenuwstelsel wel kalmeert is door de veilige signalen die een ander naar je uitzendt (een vriendelijke lach, een prettige stem, een ontspannen houding) en signalen die we in ons lichaam ontvangen (bijv. een rustig ademhaling, ontspannen spieren, zelfvertrouwen door een rechte houding). Op deze manier kunnen we veiligheid voelen in ons lijf en wanneer dat vaak genoeg gebeurt kan het lichaam veiligheid ook geloven, waardoor het niet meer automatisch met bescherming zal reageren.
Ons lichaam zal ondanks dat blijven screenen op signalen van veiligheid en onveiligheid en zal nooit alleen maar op het niveau van geloven van veiligheid functioneren. Dat hoeft en kan ook niet, maar wanneer we werken aan een meer belichaamd gevoel van veiligheid, komt er een moment waarop je lichaam zich vellig genoeg voelt om toestemming te geven om… je verbinden met jezelf, te verbinden met anderen, deel te nemen aan het leven, je open te stellen om te leren, te voelen dat je de moeite waard bent, over te geven aan de slaap, gebruik te maken van therapie, enz. En elk kort moment waarop je je even veilig genoeg voelt, is een kans om nieuwe patronen te maken.
Op weg naar veiligheid, regulatie en veerkracht!