Vader en zoon in rouw
Vader en zoon komen binnen. De jongen van 14 jaar vult de kamer met zijn sympathische energie. Met een harde stem, wilde gebaren en felle ogen vertelt hij mij dat zijn vader wéér niet heeft gekookt en hem vroeg een pizza te halen. ‘Lekker makkelijk weer!’ Zijn vader staat er wat onmachtig, teruggetrokken en somber bij. Het is een patroon dat ik al even niet heb gezien. Ten tijde van de aanmelding was vader in diepe rouw na het overlijden van zijn vrouw. Het lukte hem niet meer de vader te zijn de hij had willen zijn. Hij voelde zich eenzaam, leeg, somber, overspoeld met nieuwe taken en het lukte niet meer om te zorgen. Op de wereldkaart van ‘Mijn Wereld’ paste de plek op de ijsschotsen (in het dorsaal vagale gebied) het beste, gaf hij aan. Hij dreef steeds verder af, kwam moeilijk in beweging, voelde zich een slechte vader en ervoer geen verbinding meer met anderen.
Bij zijn zoon uitte de rouw en misschien wel met name het gebrek aan effectieve co-regulatie daarbij, zich met een veelheid aan sympathische energie. Hij was boos op zijn vader omdat hij zoveel taken moest overnemen (o.a. het halen van makkelijke maaltijden) en ontlaadde zijn sympathische energie met brutaliteit en spanningszoekend gedrag op school. Het gevaarlijke touwbruggetje vlakbij de vulkaan op de kaart van ‘Mijn Wereld’ was de plek die hij goed kende in die periode. Niet omdat hij dat zo wilde, maar omdat het zo gebeurde, net als bij vader. Na elke schorsing of waarschuwing op school kwam zijn vader noodgedwongen uit bed / in actie. Soms gedreven door zijn eigen moeder: ‘Die jongen heeft je nodig!’ en zakte vervolgens diep weg in het dorsaal vagale gebied, met een groot gevoel van falen.
Ik ontvang ze vandaag weer kalm en vriendelijk. ‘Wat heb jij veel energie, zeg! Je hebt vast iets belangrijks te vertellen!’. Eerst maar eens een warme chocomelk en koffie en samen even richten op de warmte van de drank, die langzaam in ons lijf zakt. En even zuchten over de heftige emoties die ze ervaren. Deze weg bewandelen we vaker en werkt eigenlijk altijd om samen te bewegen naar het groene gebied en zelfs gezamenlijk op de uitkijktoren te komen en te reflecteren op ieders wereld. En ook nu lukt dat.
Vader organiseerde een overleg op school om beter samen te werken en zijn zoon beter te steunen. Hij hoopte dat nu zijn gedrag was verbeterd, hij ook zijn cijfers zou kunnen ophalen met steun van een netwerk. Maar het liep anders.
Ik vat het samen met woorden die passen bij de wereldkaart van ‘Mijn Wereld’: ‘dus je organiseerde het gesprek om met zijn allen om het kampvuur in het groene gebied te zitten, elkaar te begrijpen, samen te werken en met elkaar je zoon te steunen’. De plek op de kaart en mijn woorden, zijn voor vader een signaal van veiligheid. Hij voelt zich gezien in zijn goede intentie. Hij gaat rechtop zitten en zijn blik opent zich. Voor zijn zoon biedt de plek op de kaart tevens een signaal van veiligheid, het ondersteunt de goede intentie van vader. Hij zucht nog eens en kijkt naar vader.
Eenmaal op school liep het echter anders. Ze waren beiden een beetje gespannen, waardoor ze eerder signalen van onveiligheid oppikten. Die komen in eerste instantie binnen via de app: ‘hé, jouw vader op school? Ben je weer geschorst? Zo kennen we je weer!!‘
De leerkracht refereert aan twee onvoldoendes en benoemt dat ze te laat zijn (nog twee signalen van onveiligheid). De spanning loopt op, de jongen klimt op de vulkaan en barst uit. Oma die mee was als steun maant vader: ‘Je moet die jongen leren om beleefd te zijn!’ (nog een signaal van onveiligheid).
Vader weet inmiddels dat kalmeren echter de enige optie is en blijft kalm en met vertrouwen aanwezig. Het werkt, maar vader en zoon gaan ontevreden naar huis. Routes die vaak belopen zijn, worden helaas gemakkelijk weer gevonden. Vader voelt zich somber en mislukt, de jongen baalt dat hij toch weer is geklapt en voelt zich er in geluisd.
Nu ze een verhaal hebben bij hun eigen (autonome) reacties en ook elkaar kunnen begrijpen, kalmeren ze en vinden ze elkaar weer. Vader legt uit dat hij gisteren met een vriend was gaan wielrennen. De beweging, de buitenlucht en de aanwezigheid van zijn vriend helpen hem goed als hij zich somber voelt. Genietend van het eerste lentezonnetje en goed gezelschap besloot hij een lang rondje te maken en bedacht hij even lekker makkelijk te eten. Niet omdat hij somber in bed lag, maar op de fiets in het groene gebied verkeerde. Het was geen signaal van onveiligheid, maar juist van veiligheid. Dat stelt de jongen nog extra gerust. Ze gaan ontspannen de deur uit en nemen zich voor even lekker een ijsje te gaan eten in de lentezon. Ze hebben het groene gebied van verbondenheid weer gevonden.